Liliane Fonds
50 kinderen kunnen weer meedoen
We hebben €8.730 kunnen overhandigen. Zo’n 50 kinderen in Zambia kunnen hierdoor weer meedoen.
Bijna 70% van de bevolking van Zambia is extreem arm. Zelfs ouders zien revalidatie en onderwijs voor hun kind met een handicap als ‘overbodige luxe’. Het Liliane Fonds maakt zich daarom sinds 1992 in Zambia sterk om mensen met een handicap een stem te geven. Zij doet dit in samenwerking met haar Strategische Partnerorganisatie de Leonard Cheshire Society en 24 andere (partner)organisaties. Door de bijdrage van Uwezo.nl heeft het Liliane Fonds bijna 50 kinderen met een handicap in Zambia kunnen helpen.
De ondersteuning bestaat uit:
Wallen (5)| klompvoeten
Wallen (5) is geboren met twee klompvoetjes. Wallen’s vader vond dat het kind niet van hem kon zijn. Het zou wel behekst zijn. Of zijn vrouw deugde niet. Hij nam de benen na de bevalling. “Ik tolereer dit niet”, waren zijn letterlijke woorden. Wallen’s moeder stond er alleen voor. Geen man, en de zorg voor een zoontje met een handicap.
De hulp die Wallen gekregen heeft
:
Toen Wallen’s moeder in contact kwam met de lokale contactpersoon van het Liliane Fonds, heeft ze haar letterlijk op haar knieën gesmeekt om Wallen te helpen. “Mijn huwelijk is kapot, maar met mijn zoon moet het goed gaan!” En die hulp is er gekomen: Wallen is geopereerd en hij is nu een jaar in het revalidatiecentrum Chipata Cheshire Home.
Zijn moeder woont op een afgelegen plek 375 kilometer – een dagreis – van het centrum vandaan. Ze zoekt Wallen een paar keer per jaar op en die hereniging is prachtig om te zien. Ze vliegen elkaar dan in de armen. Wallen kan nu weer goed lopen, maar hij mag pas naar huis als zijn voetjes helemaal goed recht staan.
Gloria| mist een been
Gloria is gebeten door een slang toen ze vier jaar was. Als je na zo’n beet niet binnen 24 uur tegengif krijgt, is je arm of been of hand verloren. Op het platteland, waar Gloria met haar ouders woonde, was in de wijde omtrek geen gezondheidscentrum te bekennen. Het gevolg: Gloria’s linkeronderbeentje moest eraf. Een drama voor het kleine meisje: “Ik wil mijn been houden!” heeft ze gejammerd.
Na de amputatie kwam Gloria in het Chipata Cheshire Home om te revalideren. Het meisje trok zich zoveel mogelijk terug en zocht geen aansluiting met de anderen. Ze voelde zich minderwaardig en isoleerde zich. Ze had heimwee. In het centrum hebben ze veel met Gloria gepraat om haar duidelijk te maken dat ze echt weer zou kunnen lopen.
De hulp die Gloria gekregen heeft
:
Het heeft tijd nodig gehad maar het gaat beter met Gloria. Ze beseft dat, als haar been niet geamputeerd was, er ook op andere plaatsen in haar lichaam misvormingen ontstaan zouden zijn. Scheve heupen en vergroeiingen bijvoorbeeld. Binnenkort krijgt Gloria een kunstbeen en daar kijkt ze erg naar uit. En omdat ze groeit, wordt de prothese later ook steeds aangepast. Inmiddels gaat ze naar school, aan de overkant van het centrum en daar geniet ze van. Gloria heeft haar ouders al die tijd niet gezien. Er is geen geld voor de bus. Het wonder in Gloria’s leven: de bus die destijds wél net op tijd kwam in haar dorpje. Ze realiseert zich dat als de lokale contactpersoon van het Liliane Fonds, toen niet was uitgestapt, ze niet was geholpen. En dan zou ze pas echt in een isolement zijn gekomen.
Grace| Hersenbeschadiging
Grace huilde niet bij de geboorte en ze was niet mobiel. Ze begon met zitten toen ze drie jaar was. Ze begon te lopen rond haar 5e/6e jaar. Ze gaat naar speciaal onderwijs bij het UTH. Haar moeder vindt dat ze naar een gewone school zou moeten gaan. Ze kan praten, maar door tussen kinderen te zitten die gebarentaal leren vindt ze het ook leuk om gebarentaal te doen.
Grace is echter een langzame leerlinge. De mediator wil de keuze voor de school van het advies van de dokter afwachten. Hij zal zijn advies baseren op basis van haar schoolresultaten. De mediator denkt dat ze op een gewone school achterop zal raken omdat ze niet zo’n sterke leerlinge is. Grace heeft het enorm naar haar zin op de speciale school. Verder is ze een blij, communicatief meisje.
Grace woont in huis met haar moeder, oma (opa is overleden), zus Mary (22) en baby Idah (1), tante Martha (30, zus van moeder) en dochter Miriam (4), tante Rose (21, zus van moeder) en oom Jimmy (23, broer van moeder).
De moeder van Grace heeft de handicap van haar dochter van begin af aan geaccepteerd. Ze is zelf naar het Charles Lwanga centrum gekomen voor hulp, nu zes jaar geleden. Daar zijn ze gestart met fysiotherapie.
Als Grace naar school gaat helpt iemand haar de weg oversteken en dan loopt ze zelf naar de bushalte. Ze krijgt eten mee, dat ’s voor de lunch door school wordt klaargemaakt. Ze reist ongeveer en half uur met de bus. Rond 8 uur neemt ze de bus en om 13 uur komt ze thuis.
Als Grace naar de special school blijft gaan is kan ze daar tot haar 17e jaar lessen volgen. Mediator Susan Mhango wil haar daarna graag een beroepsopleiding op het centrum laten doen. Het centrum biedt onder andere les op het gebied van timmeren, autotechniek, computers, manden maken en weven. Grace zou dan waarschijnlijk leren weven. Zelf geeft ze aan dat ze later dokter wil worden. Ze begrijpt goed dat het dankzij dokters is dat ze zoveel vooruit is gegaan.
Op de dagopvang van Grace Charles Lwanga heeft Grace oefeningen gedaan om te leren lopen. Omdat ze al zo lang op het centrum komt kent ze mediator Susan erg goed. Ze noemt haar ‘ambuya’, oma. Grace werd ook thuis bezocht voor training. Ook haar zussen hebben met haar geoefend; zelfs haar vriendjes hebben geholpen. Iedereen was blij toen ze eenmaal kon lopen. Ze geniet er zo van dat ze vaak aan het rennen is. ‘Oma’ Susan is ontzettend trots op haar.
Halfzus Mary (22) zorgt goed voor haar kleine zusje. Meestal is hun moeder op de markt en dan past zij op Grace. Ze vindt het leuk om haar dingen te leren. Elke dag na school helpt ze haar zusje met schoolwerk, hoewel ze officieel geen huiswerk heeft. Ze maakt tekeningen, die Grace vervolgens inkleurt. Ook doet Mary oefeningen met Grace om haar handen soepel te houden.
George Mwenya (9 jaar)| klompvoeten
George is geboren met klompvoetjes. Hij woonde met zijn familie in het dorpje Kaputa in het noorden van Zambia. George kon bijna niet lopen en zat eigenlijk alleen maar binnen. Niemand uit het dorp zag hem ooit. Zijn ouders hadden niet de kennis en mogelijkheden om hem hulp te bieden.
Drie jaar geleden is George met zijn oudtante naar Lusaka gekomen, omdat hier wel faciliteiten zijn om George te helpen. Hij ging wonen bij zijn grootouders en zijn oom. Vooral zijn oom Josphat (27) zorgt voor hem. Ook George tante woont bij hun in huis, zij is 20 jaar en net klaar met haar studie. De opa van George verdient het inkomen van het gezin. Hij is hulpverlener op het gebied van HIV Aids.
Toen George pas bij Josphat en zijn ouders woonden, had hij medelijden met zijn neefje. Hij vond het zielig voor de jongen dat de mensen uit zijn dorp zo ontwetend zijn over zijn handicap. Voor de operatie kon George ook in Lusaka niet zo veel doen. Als maakte hij hier wel makkelijker vrienden. Hij kon alleen niet zoals zijn vriendjes naar school gaan en bleef alleen achter tijdens schooltijden. Hij hing dan maar wat rond in huis en verveelde zich. Hij vond het moeilijk dat hij niet met alle spelletjes mee kon doen. Hij kon niet voetballen, maar deed wel andere spelletjes met vriendjes.
In Lusaka werd George opgenomen op het Kabulonga Chesire centrum. Hij verbleef daar bijna een jaar voor voorbereiding en revalidatie na de operatie. Hij was niet bang voor de operatie. Hij vindt het zelfs interessant. Later wil hij zelf ook dokter worden. Dan kan hij ook andere mensen helpen. Na de operatie is zijn leven totaal veranderd. Het doet geen pijn meer om te lopen. Hij kan zelfs rennen zoals elke andere jongen. En hij kan eindelijk voetballen met de andere jongetjes uit de buurt. En dat is zijn grote passie. Ze spelen vaak met een zelfgemaakte voetbal of lenen er een van de buren. Hij speelt op positie 11, vooraan. Hij vertelt dat hij harder rent dan de anderen en heel wat doelpunten scoort. Zijn favoriete voetballers spelen in het Zambiaanse elftal.
Hij helpt ook mee in het huishouden. Hij vindt het leuk om schoon te maken en doet de afwas. Sinds twee jaar gaat hij naar school. Hij loopt iedere middag (12 tot 16 uur) zelf naar school en dat is een heel uur lopen. Hij loopt samen met zijn vriendjes naar school. Zijn beste vrienden zijn Jacob en Mutale. Hij zit op de Lilinda Basic School in de tweede klas. Het gaat steeds beter op school. Hij haalt goede punten vooral voor Engels en rekenen.Hij vindt Engels het leukste vak. De speciale schoenen die hij kreeg na de operatie heeft hij veel gedragen, maar dat is nu niet meer noodzakelijk. Zijn oom is heel trots op zijn neefje.
Hij wil graag dat George de school in Lusaka afmaakt. Hier heeft de jongen de beste kansen op onderwijs. George mist zijn dorp wel en vooral zijn moeder. Hij heeft bijna geen contact met zijn familie, want ze hebben geen telefoon. Hij kan zijn ouders en twee zussen ook niet zomaar bezoeken, want om het dorp te bereiken moet je twee dagen reizen.
Hamali Chewele (6 jaar)| Spina bifida/klompvoetjes
Moeder (30 jaar), Vader verblijft in een andere stad om te werken
Opa Laphal (75 jaar), Broertje Samuel (12 jaar)
Hamali is geboren met Spina Bifida en klompvoetjes. Ze is geopereerd voor haar open ruggetje in het University Teaching Hospital in Lusaka. Daar is ze 1 week gebleven. Daarna is ze gestart met fysiotherapie in haar woonplaats Monze. Dat heeft geen verbetering opgeleverd. Vervolgens zijn ze teruggegaan naar het ziekenhuis. Daar konden ze op dat moment niks voor haar doen. Dat zou pas kunnen als ze wat ouder zou zijn. Dat is inmiddels twee jaar geleden.
Eigenlijk had in de tussenliggende tijd fysiotherapie gevolgd moet worden om de gewrichten van haar benen soepel te houden. Maar dat heeft de moeder niet gedaan. Het meisje is incontinent, omdat ze weinig controle heeft over de spieren in haar onderlichaam. Ze is nu op de leeftijd dat ze zich er van bewust is dat ze incontinent is.
En daar schaamt ze zich erg voor. Ze heeft ook niet veel vriendjes en vriendinnetjes. Haar oudere broer gaat naar school. Hij gaat wel om met zijn zusje. De moeder was een tijd samen met de vader van het meisje, maar zijn familie gaf de moeder de schuld van de handicap van het meisje. En daarom is ze bij hem weggegaan. De vader heeft nog wel contact met het gezin.
Hamali kan een beetje staan, maar dat maakt haar erg moe. Lopen kan ze niet. Ze kruipt en dat betekent dat ze altijd dicht bij huis is. De hulp aan Hamali zou moeten beginnen met fysiotherapie voor de benen en training om haar blaas onder controle te krijgen. Haar moeder zal waarschijnlijk in de training betrokken moeten worden, om haar dochter daarbij te kunnen helpen.
Op deze leeftijd zou ze getest kunnen worden op de mate waarin ze gevoel heeft in haar benen. Dit zou in het Cure Beit Hospital kunnen gebeuren, een partner van het Liliane Fonds. Als dat goed is kan ze geopereerd worden aan haar klompvoetjes. Het zal een tijd duren om de wonden te laten helen. In het ziekenhuis zou ze al kunnen beginnen met revalideren. En ook daarna zal ze fysiotherapie moeten krijgen. Ook zal ze nog een keer terug moeten naar het ziekenhuis voor controle. Het is zeer denkbaar dat ze niet alleen zal kunnen staan, maar ook kan leren lopen. Hier zal ze dan speciale schoenen en krukken voor nodig hebben.
Als er niks wordt gedaan, zal haar toestand verslechteren. De voetjes zullen nog verder vergroeien en ze zal ook problemen aan de andere delen van haar lichaam krijgen. Moeder verkoopt groente. Ze is kostwinnaar voor het hele gezin. Dus financieel hebben ze het niet gemakkelijk. Hamali lijkt heel slim. Binnenkort heeft ze de leeftijd om naar school te kunnen gaan. Ze houdt van tekenen en van meezingen als er muziek is. Maar ze kan ook heel mooi zonder muziek zingen. Ze maakt graag zelf speelgoed. Verder is ze wel een beetje verlegen met onbekenden. De familie gaat naar de kerk. Als ze daar heen gaan, nemen ze Hamali heel soms mee. Maar meestal blijft ze thuis, want het is zwaar om haar te tillen. Een tante blijft dan bij het meisje om op haar te passen.
De grootvader heeft de handicap van zijn kleindochter geaccepteerd. Hij vindt het wel jammer voor haar. Wat hij graag zou willen, is mooie schoenen voor haar kopen, die ze dan aankan als haar voeten rechtstaan. Zelf vindt Hamali het niet altijd gemakkelijk. Ze is wel eens verdrietig vertelt Catherine (vrijwilligster HHI). Zo vroeg ze een keer aan haar: ‘waarom ben ik zo?’
Nasilele Mbunji (6 jaar)| Te kort/vergroeid been
Moeder Bettina (28 jaar)
Vader Charles (38 jaar)
Zusje Christine (7 jaar), Broer Gift (10 jaar), Zusje Anista (2 jaar)
Nasilele is geboren met een te kort been. Toen hij begon te lopen is hij een keer gevallen en is zijn been gebroken. Hij is naar het ziekenhuis geweest, maar daar konden ze niks meer aan het been doen. Het advies was om nog een keer terug te komen voor controle, maar dat heeft de moeder niet gedaan.
Ze maakt zich er wel zorgen over dat hij niet kan lopen. Nasilele is altijd in de buurt van het huis. Hij houdt van spelen en heeft ook wel vriendjes, maar als de kinderen wat verder weggaan dan kan hij niet met ze mee. De kinderen uit de buurt zagen eerst wel dat hij anders is, maar inmiddels zijn ze aan hem gewend.
Hij verplaatst zich kruipend. Door het schuren over de grond heeft hij er een bult op zijn billen aan overgehouden, die hem ook wel pijn doet. Hij kan heel even staan, maar niet lopen. En als hij rechtop staat, staat hij meestal op een been.
Vader Charles doet her en der klusjes, maakt schoon en helpt in het dorp, overal waar er maar werk is. De familie is arm. De oudste broer Gift ging eerst naar school, maar er is nu geen geld meer voor. De moeder zegt dat ze overdag thuis is om voor de kinderen te zorgen. Soms is ze naar de markt om eten te kopen. Ook daar is niet altijd geld voor. Als dat het geval is, probeert ze op de markt alsnog wat groenten mee te krijgen. Als de moeder naar de markt gaat, neemt ze haar jongste dochter mee. Het is te moeilijk om allebei de kleintjes mee te nemen.
Verder weet ze dat ze Nasilele thuis gerust kan achterlaten. Sommige buren houden wel een oogje in het zijl. Mocht een van de kinderen huilen, dan komen ze altijd wel even kijken.
Nasilele is een tevreden kind. Hij vindt het leuk om met andere kinderen te spelen. Hij praat, maar is verlegen als er onbekenden op bezoek zijn. Hij vindt het leuk om figuurtjes te maken met modder. Zo maakt hij autootjes en koeien. Verder tekent hij met houtskool, onder andere huisjes. De hulp aan Nasilele zou beginnen met een operatie. Vervolgens zou hij oefeningen moeten doen. En dan zou hij kunnen leren lopen met een speciale schoen met beugels en krukken. Hij laat nu al zien dat hij goede balans heeft. Dat betekent dat hij slechts een tot twee maanden training nodig zal hebben om goed vooruit te gaan. Op het moment dat hij zijn balans kan houden, zal hij kunnen lopen met behulp van een kruk. De moeder zal nog wel overtuigd moeten worden dat haar zoon met revalidatie heel ver zou kunnen komen. Op dit moment heeft ze niet het idee dat er iets gedaan kan worden aan zijn handicap. Volgens de buurvrouw schaamt de moeder zich voor Nasilele.
Deel deze pagina